Home Bedrijfsruimten Woonappartementen Panorama foto's Geschiedenis Het oude Hogenkamp Contact  

Content on this page requires a newer version of Adobe Flash Player.

Get Adobe Flash player

Geschiedenis van Het Burgemeester Veenhovenplein

Het Burgemeester Veenhovenplein is vanuit de richting Meppel de entree van het dorp de Wijk.
Sinds het ontstaan van het dorp heeft het deze functie gehad. Als plein is het echter relatief gezien jong.

In 1844 werd, aan wat later het Burgemeester Veenhovenplein zou gaan heten, begonnen met de bouw van het gemeentehuis met daaraan vast een veldwachterswoning. Het gemeentehuis en de veldwachterswoning hebben elk hun eigen adres.

Van 1908 tot 1939 reed er een stoomtram van Meppel naar Balkbrug. Het tracé van de stoomtram liep door de Wijk, en ging onder meer langs het café Hogenkamp en dus langs de locatie waar in 1933 het Burgemeester Veenhovenplein werd aangelegd. Het café Hogenkamp deed daarbij onder meer dienst als station.
Het wagenpark van deze stoomtram bestond oorspronkelijk uit vier locomotieven, genaamd "de Minister Kraus", "de Meppel", "de Wijk" en "de Bloemberg". Verder zes rijtuien, zes gesloten goederenwagons, vijf open goederenwagons en zes veewagens.

In 1933 werd door de Gemeenteraad besloten om een plantsoen aan te leggen tussen de weg voor café Hogenkamp en de doorgaande straatweg. Het plantsoen zou van de beide wegen worden afgescheiden door een ligusterhaag en er zouden drie Italiaanse populieren worden geplaatst.
Bij raadsbesluit van 23 oktober 1933 werd de naam van het plantsoen vastgesteld. Het plantsoen werd vernoemd naar de toenmalige burgemeester van de Wijk, mr. B.J. Veenhoven (burgemeester van de Wijk van 1916 tot 1935). Als teken van erkentelijkheid schonk de burgemeester aan de gemeente een elektrische klok, die geplaatst werd op het plein / plantsoen.

In de loop van de jaren nam het verkeer steeds meer toe. De stoomtram en de tramrails verdwenen. In 1955 werd de doorgaande klinkerweg door het dorp geasfalteerd. Het Burgemeester Veenhovenplein bleef de entree van het dorp. In 1988 stelde de gemeenteraad het integraal basisplan dorpsvernieuwing vast en besloot daarbij onder meer tot de herinrichting van de Dorpsstraat en het Burgemeester Veenhovenplein. Daarbij werd onder meer de Dorpsstraat weer aangelegd in klinkers, en werd het Burgemeester Veenhovenplein opnieuw aangelegd en ingericht. De laatste fase van dit project, waaronder de herinrichting van het Burgemeester Veenhovenplein, werd op 27 januari 1995 feestelijk afgerond door het plaatsen op het plein van het kunstwerk "de Wieker Poort" van de beeldend kunstenaar Onno de Ruyter.


Burgemeester Veenhovenplein 1
Het Oude Hogenkamp

Deze plek heeft een rijke historie en vervulde steeds een prominente rol in het leven van de Wijk.
In 1640 bouwde Wijard Struuck, destijds de rentmeester van Dikninge, op deze plek voor zichzelf een huis. De grond behoorde voorheen tot het bezit van het klooster Dikninge.

Wijard Struuck, werd geboren in 1601, en was gehuwd met een dochter uit het Franse geslacht Cuignet. Gedurende zo'n honderd jaar hebben leden van de familie Struuck hier gewoond. Lange tijd was op het pand een zeventiende eeuwse gevelsteen met het wapen van het geslacht Struuck te bewonderen. Dit wapen bestond uit drie rechtopstaande struiken op het linker gedeelte (hetgeen duidde op de familie Struuck), en een keper en drie driehoeken op het rechter gedeelte (hetgeen duidde op de familie Cuignet).

Vanaf het midden van de achttiende eeuw hebben diverse families het pand bewoond.
In de loop van de negentiende eeuw werd het huis, waar een boerenbedrijf werd uitgeoefende, stilaan een café. Daar is niet echt een jaartal aan te koppelen. Zoals destijds vaker gebeurde werd bij het boerenbedrijf op een gegeven moment een "schenkerij" uitgebaat. Deze schenkerij kreeg een steeds grotere functie en werd zo langzaamaan een café.

Het café werd bekend als "de Hogenkamp", vernoemd naar de toenmalige uitbater, Roelof Hogenkamp. De naam "Het Oude Hogenkamp" heeft het in de jaren vijftig gekregen toen het in andere handen is overgegaan. Als café annex zalencentrum, hotel en pension, heeft het jarenlang een centrale plaats gehad in het verenigingsleven, het sociale leven en het economische leven van de Wijk.

In 2000 werd het pand verkocht, en kwam er een einde aan het bestaan als café. In het pand werd (tot 2010) een antiekhuis gevestigd.In 2010 werd het pand gekocht door Johan Stotijn, notaris in de Wijk.
Deze heeft plannen ontwikkeld om het pand te herbouwen, en aldaar zijn notariskantoor te vestigen. In het nieuwe pand is tevens op de begane grond bedrijfsruimte gepland en op de verdieping vijf woonappartementen.

Burgemeester Veenhovenplein 2
Voormalig gemeentehuis en veldwachterswoning

In 1844 werd op deze plaats het eerste (echte) gemeentehuis van de Wijk gebouwd.
Vóór de bouw van het gemeentehuis vergaderde de gemeenteraad in een kamer van Het Hogenkamp die de gemeente daartoe huurde.
Zoals in die tijd vaker gebeurde werd aan het gemeentehuis de veldwachterswoning gebouwd.
De eerste steen werd destijds gelegd door Godert Willem de Vos van Steenwijk. Deze eerste steen is behouden gebleven en is op de originele plaats teruggezet in het huidige pand.

Het toenmalige pand werd gebouwd door Geert Lubberink, timmerman-caféhouder in de Wijk en de toenmalig eigenaar van "Het Oude Hogenkamp". De bouwkosten van het gemeentehuis, inclusief veldwachterswoning, bedroegen destijds ƒ. 1.680.
Het pand is naderhand meermalen overgegaan in andere handen. Zo is in het pand een drogisterij gevestigd geweest en een schildersbedrijf gevestigd geweest. In de periode 1994 / 2002 was hier een porselein atelier gevestigd.
Het pand verkeerde na al die tijd in een zeer deplorabele staat. In 2002 werd het gekocht door Johan Stotijn, notaris in de Wijk. Deze heeft het toenmalige pand in 2006 gesloopt en op die plaats een woning teruggebouwd. In de gevel van de woning is de "eerste steen" uit 1844 verwerkt.

Het pand is thans in gebruik als woning.
In het pand is tevens een mondhygiëniste gevestigd.



Burgemeester Veenhovenplein 2a

Dit karakteristieke pand, waarvan het oorspronkelijke bouwjaar omstreeks 1860 is, wordt gekenmerkt door een geprofileerde gootlijst, een zogenaamde kroonlijst, en een gevel met blokbepleistering.
Op de eerste kadastrale kaarten komt op deze plek reeds een gesloten bebouwing voor bestaande uit meerdere woningen. De geschiedenis van deze panden is steeds met elkaar verweven geweest.

In het pand aan het Burgemeester Veenhovenplein 2a is lange tijd de winkel in manufacturen, textiel en woninginrichting van de familie Lubberink gevestigd geweest.
De winkel werd oorspronkelijk gedreven door Arend Lubberink (1844-1892). Toen hij het bedrijf overdroeg aan zijn kinderen, werd de onderneming als het ware gesplitst. De winkel aan het Burgemeester Veenhovenplein 2a werd voortgezet door zijn zoon Jan Lubberink (1877-1957). Zijn dochter Annigje Lubberink (1879 - 1949) nam de handel in kleingoed zoals garen, band en knopen over. Deze winkel werd gevestigd in het pand er naast, aan het Burg. Veenhovenplein 3.

De winkel van Jan Lubberink ging over op zijn zoon Arend Lubberink.
In de loop van de jaren breidde de familie Lubberink het aanbod uit. Naast kleding en textiel kwam bijvoorbeeld ook woningstoffering en de handel in matrassen. In 1949 overlijd Annigje Lubberink. Haar winkel wordt opgeheven, en het pand Burgemeester Veenhovenplein 3 werd volledig als woning in gebruik genomen.

De winkel aan het Burgemeester Veenhovenplein 2a ging vervolgens over van Arend Lubberink op zijn dochter Geesje Lubberink. Na het overlijden van Geesje Lubberink werd de winkel voortgezet door haar echtgenoot, Koop Eleveld.
Uiteindelijk is de winkel beëindigd in 1992 / 1993.

Bij raadsbesluit van 25 februari 1992 koop de gemeente het pand aan, om het door te verkopen aan de Stichting Woningbouw Zuid- West Drenthe voor de bouw van een drietal wooneenheden. Het pand is nagenoeg in haar oorspronkelijk verschijningsvorm teruggebracht en in oktober 1993 weer in gebruik genomen.

Burgemeester Veenhovenplein 3

Dit pand is deels als winkel en deels als woning gebruikt. Thans is het als kantoor in gebruik ten behoeve van Slot-Poortman,
Stapel & Co.De historie van dit pand is verweven met de historie van het pand aan het Burg. Veenhovenplein 2.a.
In het pand aan het Burgemeester Veenhovenplein 3 was een winkel gevestigd voor garen, band, knopen, en dergelijke.
Deze winkel werd gedreven door Annigje Lubberink (1879 - 1949), de zuster van Jan Lubberink, die de winkel in textiel
aan het Burgemeester Veenhovenplein 2.a dreef. In 1949, na het overlijden van Annigje Lubberink, werd het pand als
woning in gebruik genomen door Arend Lubberink.

Het pand is lange tijd, tot 1993, als woning in gebruik geweest. In het pand is vanaf 1993 Stapel Vastgoed gevestigd,
en aansluitend sinds 2007 Slot-Poortman, Stapel & Co.


Klik hier voor de website van Slot-Poortman, Stapel & Co.
Professor Blinkweg

In de ronding van het Burgemeester Veenhovenplein, tussen de panden Burgemeester Veenhovenplein 2 en 2.a, sluit op dit plein aan de Professor Blinkweg. Tot 1925 lag hier geen weg maar een pad. In de openbare raadsvergadering van 17 februari 1925 deed de heer J. ter Haar de suggestie om met de aanwonenden van het pad in overleg te treden om te komen tot een rijweg. Daarmee zouden de woningen beter bereikbaar worden en zouden er verschillende percelen bouwterrein beschikbaar komen. De toenmalige burgemeester Veenhoven heeft deze suggestie nader uitgewerkt.

De aanleg van de weg werd voortvarend aangepakt. De nieuw aangelegde weg kreeg de naam "Nieuwe Weg".
Ruim 25 jaar later, op 24 mei 1952, besloot de gemeenteraad de naam "Nieuwe Weg" te wijzigen in "Professor Blinkweg". Dit gebeurde op voorspraak van de heer E. Bos te Zeist, die in april 1952 zich met het volgende schrijven had gericht tot het college van B & W:
"De herdenking van het feit, dat een eeuw geleden de grote Drentenaar, Prof. Dr. H. Blink te de Wijk geboren werd, is voor mij aanleiding U te vragen of U in de raad der gemeente de Wijk eens de suggestie naar voren zou willen brengen, om de weg waaraan eens het geboortehuis van Prof. Blink stond en die tevens voert naar de plaats, waar - naar diens uitdrukkelijke wens - zijn stoffelijk overschot zou rusten, om te dopen in "Prof. Blinkweg". Het zou een waardige, postume hulde zijn aan hem, die zijn leven lang met hechte banden verbonden is gebleven aan zijn geboortegrond. Er zou, dunkt mij, geen enkel bezwaar aan verbonden zijn om aan de Nieuwe Weg, die al sinds lang geen nieuwe weg meer is, de naam "Julianaweg" te geven".

Hij stelde daarmee dus voor om de "Julianaweg" om te dopen naar "Professor Blinkweg" en de "Nieuwe Weg" om te dopen in "Julianaweg".
De Raad kon zich vinden in de suggestie professor Blink te eren door het naar hem vernoemen van een weg, maar vond het te ver gaan om de Julianaweg te hernoemen. Daarom werd niet de Julianaweg, genoemd naar de toen regerende vorstin Juliana, omgedoopt tot Prof. Blinkweg, maar de in 1925 aangelegde Nieuwe Weg kreeg de naam "Professor Blinkweg".